Geschreven begin november 2021 toen code zwart dreigde….

Niet zo lang geleden had ik zelf een onhandig ongeluk en belandde op de SEH.

Door de gordijnen heen hoorde ik een oudere dame die van de trap was gevallen en verward over haar konijnen bleef praten, een jongen die teveel van XTC pilletjes had gesnoept en totaal in paniek was, een huilend kind dat van een klimmerek was gevallen en waarschijnlijk een arm had gebroken, een schreeuwende man die eiste dat de dokter NU naar zijn vrouw met buikpijn kwam kijken. Aan de voetstappen achter het gordijn hoorde ik dat ‘mijn’ verpleegkundige van bed naar bed rende en als het gordijn open werd geschoven voelde ik rust, aandacht en compassie van diezelfde verpleegkundige. Irma heette ze. Vermoeid maar onvermoeibaar leek ze. Ze stelde me gerust, ze naaide me dicht en na 3 uur mocht ik naar huis… Ik was dankbaar dat er zo goed voor me was gezorgd.

Dit was in de zomer, toen Corona minder om zich heen sloeg.

Vorige week mocht ik 3 dagen met medisch specialisten en bestuurders trainen en ik kan niet anders zeggen dan dat de benauwdheid, de uitputting en met name de grote zorg om de verpleegkundigen mij zó raakte.

Ik dacht meteen aan Irma.

Iedereen die in de zorg werkt wil iedereen de zorg leveren die nodig en humaan is. Wanneer dat onder druk komt te staan, bloeden de harten van de mensen in de zorg. Hard werken is men wel gewend in de zorg, maar daar bovenop de pijn van het niet kunnen zorgen zoals binnen jouw waarden past. Dat is onverdraaglijk voor mensen als Irma.

Nu dreigt code zwart… en dat is een zwarte dag voor alle harten in de zorg.

En ik denk opnieuw aan Irma en wens elke opa, oma, broer, zus, kind, vriend, geliefde, collega een Irma toe.

Moet er wel een bed zijn.
Moet er wel een Irma zijn…

Mijn hart gaat uit naar al die mensen die waar het zwart kleurt zich dagelijks voor ons allen blijven inzetten.