Bloed is goed en pijn is fijn

… dat was het motto tijdens mijn balletopleiding, waar regelmatig het bloed in mijn spitzen stond. Ik was -net als iedere topsporter- zeer vertrouwd met fysiek ongemak én met het verleggen (en deels negeren) van fysieke grenzen. Toen ik zo’n 30 jaar geleden voor het eerst op Vipassana retraite ging, was ik dan ook verre van bevreesd voor ongemak dat ik -zo waarschuwde men mij- zeker tegen zou komen.

Elke dag om 5.30 opstaan en vanaf dat moment -in Stilte- afwisselend zitmeditaties en loopmeditaties in blokken van 3 kwartier tot 21.30. Ach, ik draaide mijn hand er niet voor om. Dat het de avond voor de retraite in mijn rug was geschoten met stevige uitstralingspijn in mijn been, waardoor ik in een soort zijdelingse wokkel op mijn meditatiekussentje zat, kon de pret ook al niet drukken. En zelfs toen ik voor het eerst in mijn leven een oorontsteking kreeg, met 40 graden koorts, doofheid en een halve aangezichtsverlamming, vond ik het nog steeds ‘goed’ gaan. Want, ik hoefde immers voor niemand anders te zorgen en dit was toch waar om ging?! ….

 

Zijn met Pijn

Als ik eerlijk was, vond ik vooral dat ík ‘het goed deed’. Er waren maar weinigen die deze beproevingen zo zouden doorstaan, galmde het regelmatig door mijn hoofd. Tevreden met mezelf dus ….

Totdat ….

Totdat ik op dag vier mijn horloge was vergeten mee te nemen naar de meditatiezaal en ik geen idee meer had hoe lang ik al zat en hoe lang ik nog moest. En toen gebeurde er iets heel interessants, of eigenlijk … flipte ik gewoon: Ik wist niet meer hoe ik moest zitten, verviel in gepieker, zelf-veroordeling en twijfel. Alle ongenode mentale gasten, die je zo ongeveer kan bedenken, kwamen mij bezoeken: kritiek, irritatie, onzekerheid, sloomheid en ga zo maar door. Geen enkele onbekende gast overigens. En ineens viel het kwartje… wat ik die laatste dagen op mijn meditatiekussen had gedaan, was niets anders dan wat ik altijd al deed en waar ik zo in getraind was geraakt: tanden op elkaar, doorbijten, niet piepen, maar volhouden. En dat heeft natuurlijk niets met mindfulness beoefening te maken.

 

Oeffff …. en toen begon de échte beoefening: Erbij blijven, nieuwsgierigheid inbrengen, mijn eigen rariteitenkabinet van patronen met milde blik verkennen, bewust kiezen waar ik de aandacht liet rusten, alle ervaringen toelaten zonder overweldigd te worden. Vrij zijn en in verbinding blijven: met het goede, het moeilijke en het lelijke. Eigenlijk vriendschap sluiten met het leven, zoals het zich aandient.

The cure for pain is in the pain.

Rumi

Tot op de dag van vandaag ben ik ongelofelijk dankbaar en blij dat ik vanaf mijn 18e jaar kennis mocht maken met beoefening om vaardigheden als hierboven beschreven te ontwikkelen. Het zijn de vaardigheden die mij door de stormen en uitdagingen van het leven leiden én de vaardigheden die de basis vormen voor het mooie werk dat ik mag doen. Want ook in samenwerken en leiderschap zijn de vaardigheden van open interesse, helder observeren (écht luisteren) zonder meteen te oordelen, compassie en moed de basis. Nog elk jaar ga ik 1 á 2 keer op retraite bij één van mijn boeddhistische leraren. Ik raak nooit uitgeleerd.

Sinds enkele jaren begeleid ik samen met hele fijne collega’s retraites. Ben jij geïnteresseerd in bewustzijnsontwikkeling en het cultiveren van vaardigheden die behulpzaam zijn in jouw persoonlijke leven, alsook in jouw professionele leven? Dan zou ik het leuk vinden je te mogen verwelkomen!

Kijk hier voor meer informatie over de retraites.

Kijk hier naar ons gehele geaccrediteerde scholingsaanbod.